Programma

Voor N-VA Wervik is veiligheid een topprioriteit in al zijn facetten.  Wervik, Geluwe en Kruiseke moeten veilig zijn voor elke voetganger, fietser, schoolgaand kind, wandelaar, sporter, mindermobiele personen en de gemotoriseerde weggebruiker.   Veilig betekent ook preventie en bestrijding van overlast, criminaliteit, vandalisme, diefstal en drugs. 

De algemene veiligheid in onze stad is er tijdens de voorbije legislatuur al fors op vooruitgegaan, maar dit mag uiteraard niet betekenen dat wij hierop niet of minder zouden moeten inzetten. We hebben onder meer fors ingezet op extra politiepatrouilles in de wijken en in de centrumstraten ’s nachts tijdens de traditioneel gevoelige maanden in het najaar.

De stad en de lokale politie moeten actief inzetten op de preventie van criminaliteit en overlast.

De N-VA gelooft - binnen de noodwendigheden - in een doordachte nultolerantie en een sterk lik-op-stukbeleid via gemeentelijke administratieve sancties (GAS) om het gevoel van straffeloosheid en het gevoel van onveiligheid bij de burger aan te pakken.

• We maakten al stevig werk van de aanpak van domiciliefraude door meer gerichte politiecontroles. Het spreekt voor zich dat dit een belangrijk aandachtspunt blijft.
• De GAS-ambtenaar kan slechts voldoende efficiënt werken in de mate hij daadwerkelijk en afdoende de straat opgaat om vaststellingen te doen en vervolgens actief de opgelegde boetes bij de overtreders te innen. Handhaving van gemaakte regels wordt een prioriteit.

1. Voor ons kan onze stad op dit vlak nog bijkomende stappen zetten: de GAS-ambtenaar kan slechts het beoogde - afschrikwekkende - effect hebben voor zover hij zich effectief en op geregelde tijdstippen in de straten van de stad begeeft. We dringen er alvast op aan dat dit nog meer dan nu het geval zou zijn.

• We doen een evaluatie van de bestaande (gewone) vaste camera’s in onze stad en vervangen en/of optimaliseren deze waar nodig.

1. Indien nodig investeren we in bijkomende (al dan niet mobiele) bewakingscamera’s op risicovolle of afgelegen plaatsen, maar ook plekken die geteisterd worden door sluikstorten.
2. Volgens ons kunnen alvast meer camera’s aan het station, waaronder in het bijzonder één of meerdere camera’s in de ondergrondse stationstunnel, worden geplaatst.
3. We gaan tevens na of we met Wervik niet stilaan meer de omslag moeten maken naar de tweede generatie camera’s, de zogenaamde “intelligente camera’s” die ook reageren op beweging en geluiden. Het unieke van dit cameraproject is dat politiediensten niet permanent naar de beelden hoeven te kijken en we er slechts een beperkt aantal politiemensen moeten voor inschakelen.
4. We onderzoeken de haalbaarheid en de doeltreffendheid van bijkomende ANPR-camera’s (nummerplaatherkenning) op strategische toegangswegen naar de stad en deelgemeenten.
5. Zo moeten we nagaan of ANPR-camera’s op de diverse invalswegen komende van de op- en afritten van de autosnelwegen geen meerwaarde voor onze stad zouden bieden. We denken daarbij bijvoorbeeld aan ANPR-camera’s ter hoogte van de invalswegen naar Kruiseke en Geluwe die te bereiken zijn na het nemen van de afrit “Zonnebeke-Beselare” (A 19) alsook de N58 na het nemen van de afrit “Wervik”. Ook de N58 tussen Geluwe en Menen zou eventueel een mogelijke locatie voor bijkomende ANPR-camera’s kunnen zijn.

• Leegstand wordt verder aangepakt en voorkomen via de effectieve - en desnoods kordate - inning van de verschuldigde leegstandsbelastingen.

     “Je Veiligheid op straat, in je vereniging maar ook bij je thuis, is onze topprioriteit.”

• Binnen de brandweerzone blijven we hameren op de komst van een nieuwe brandweerkazerne tussen Wervik en Geluwe. Dit is trouwens hoogst noodzakelijk en werd eigenlijk reeds voorzien, temeer we nu met een uiterst uitgestrekte brandweerzone worden geconfronteerd.
• We onderzoeken of de huidige huisnummers niet gefaseerd kunnen worden vervangen door reflecterende huisnummers (dergelijke huisnummers zijn gemakkelijker zichtbaar in het donker en kunnen voor een vlottere bereikbaarheid voor de hulpdiensten zorgen).
• We gaan na of het haalbaar en nuttig is om te investeren in drones om onder meer stedenbouwkundige overtredingen vast te stellen. Door een drone bijkomend te voorzien van een infraroodcamera kan men ook ’s nachts zoekacties ondernemen naar vermiste personen of inbrekers. Tot slot vormen drones voor de veiligheidsdiensten een belangrijk technisch hulpmiddel bij rampen, evenementen of manifestaties.
• We ijveren voor de aankoop van bodycams voor onze politieambtenaren die hen moeten toelaten om mogelijks gevaarlijke situaties en interventies te filmen. Dit vergroot niet alleen het veiligheidsgevoel van onze agenten zelf, maar bovendien kunnen deze beelden achteraf binnen het wettelijk kader ook als bewijsmateriaal dienen (bijvoorbeeld in geval van een klacht wegens “buitensporig” politiegeweld)
• Drugsgebruik wordt door ons niet getolereerd: wij willen streven naar een drugsvrije samenleving en voorkomen is nog altijd beter dan genezen.

N-VA beschouwt drugsgebruikers niet als slachtoffer, maar wel als patiënt: iemand die op weg moet worden geholpen naar een drugsvrij bestaan. Ze hebben niet alleen het recht om geholpen te worden, maar ook in de eerste plaats de plicht om aan hun behandeling mee te werken. Daarom moeten we volop inzetten op preventie, waarbij onder andere denken aan een drugspreventiemedewerker, het opzetten van educatieve en/of sensibiliseringsacties in onze scholen en verenigingen, het begeleiden van experimenterende jongeren en hun omgeving… De gevolgen van problematisch drugsgebruik zijn immers vaak niet te overzien en het gevaar voor een sneeuwbaleffect loert om de hoek: werkloosheid, financiële problemen, criminaliteit, huiselijk geweld enzovoort.

Indien dit in bepaalde concrete gevallen noodzakelijk zou zijn, kunnen we een effectieve drugsbegeleiding als uitdrukkelijke voorwaarde koppelen aan de toekenning c.q. het behoud van een leefloon. Bij niet-naleving van deze voorwaarde kan in noodzakelijke gevallen een schorsing of zelfs een intrekking van de steun vanwege het OCMW worden opgelegd (via het zgn. “geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie”, zijnde het contract tussen het OCMW en de leefloner waarin bepaalde voorwaarden en modaliteiten voor steun kunnen worden opgelegd).

Anderzijds beseffen we maar al te goed dat vooral de ouders van (jonge) druggebruikers ondersteuning en een luisterend oor willen. Binnen de stadsdiensten is er momenteel reeds personeel dat hiervoor is opgeleid, maar dit is onvoldoende bekend bij de Wervikanen zodat we minstens eerst inzetten op een verhoogde kenbaarheid van deze dienst en desgevallend aanscherping van dit aanbod. Er moet een duidelijk aanspreekpunt zijn voor de drugsgebruiker, maar evengoed voor de ouders zodat zij onmiddellijk hulp kunnen krijgen.

• We hechten groot belang aan de aanpak van onze voet- en fietspaden en willen het budget hiervoor aanzienlijk verhogen.
• Het voorzien van Shop & Go parkeerplaatsen zijn een succes en moeten waar nodig verder worden uitgebreid, dit in samenspraak met de lokale handelaars, politie en stadsdiensten.

                                “ Uw veiligheid is onze bekommernis.”

• We onderzoeken de haalbaarheid van een uitbreiding van de veilige fietsroutes naar de volledige stadskern en bekijken of we deze straten niet als fietsstraten kunnen inrichten. Fietsstraten zijn straten waar je met de auto mag inrijden, maar er niet sneller dan 30 km/u mag rijden en waar je met de auto of andere motorvoertuigen geen fietsers mag inhalen.
• De Sint-Jorisstraat die thans als schoolstraat werd ingericht, is een succes. Vermits de resultaten hiervan positief zijn, dient dit principe van schoolstraten voor ons waar mogelijk naar andere schoolomgevingen te worden doorgetrokken en moeten we kijken om deze schoolstraten ook naar ’s middags en ’s avonds uit te breiden. Samen met de regio of de buurgemeenten moeten we er durven naar streven om een fietskaart of een app uit te werken, met veilige fietsroutes van en naar school.
• Waar het kan, moeten we er nog meer naar streven om schoolomgevingen autovrij of autoluw te maken bij het begin en het einde van een schooldag. Het is de taak van de stad om leerlingen, scholen en ouders goed te sensibiliseren over het fietsgebruik van en naar school.
• Tijdens de voorbije legislatuur maakten we reeds werk van veilige fietsroutes in het algemeen en rond de schoolomgevingen in het bijzonder. We onderzoeken de haalbaarheid van een uitbreiding van deze veilige fietsroutes naar de volledige stadskern en bekijken of we deze straten niet als fietsstraten kunnen inrichten.
• We onderzoeken of het haalbaar zou zijn om buiten de werkuren het stedelijk wagenpark ter beschikking stellen voor autodelen. Bewoners kunnen op die manier buiten de diensturen gebruikmaken van een auto van de gemeente. Om in dit verband maar één voorbeeld te noemen: de Sloeberbus van het OCMW kan eventueel reeds in deze zin dubbel gebruikt worden.

          “Iedereen moet zich op een veilige manier kunnen verplaatsen.”

• We ontplooien een deelfietssysteem, naar de bestaande voorbeelden in andere Vlaamse steden (bv. Blue-Bike), en combineren dit desgevallend met het verhuursysteem van stadsfietsen dat veeleer op toeristen is gericht. Zulke systemen bieden een aanvullend aanbod voor bestaande klassieke openbaar vervoer.
• We onderzoeken de mogelijkheid om een openbare doch beveiligde fietsenstalling op het openbaar domein te plaatsen.
• Onze stad moet goed toegankelijk zijn dankzij een goed en doordacht parkeerbeleid en tijdens de volgende legislatuur zal sowieso werk gemaakt worden van extra parkeerplaatsen.
• Daarnaast moeten op ons grondgebied voldoende carpoolparkings komen op weloverwogen locaties in de buurt van de twee opritten van de autosnelwegen.
• Het zwaar verkeer door het centrum van Kruiseke moet worden aangepakt. Dit kan worden bereikt middels meer politiecontrole en camerabewaking van ANPR-camera’s o.a. ter hoogte van de Kruisekestraat in Kruiseke.
• We overwegen de invoering van “taxicheques”, naar het voorbeeld van andere Vlaamse steden. Met het systeem van taxicheques biedt de stad aan mensen met verplaatsingsmoeilijkheden, zoals bijvoorbeeld (tijdelijk) minder mobiele 65-plussers en aan personen met een handicap, en aan personen met een beperkt inkomen de mogelijkheid om taxicheques aan te kopen. Deze taxicheques kunnen worden gebruikt als een betaalmiddel bij een taxirit aan een sterk gereduceerde prijs.

     Verantwoordelijkheid opnemen in onze stad

Bestuurlijke efficiëntie, doeltreffendheid en digitalisering moeten de leidraad vormen in de organisatie van de stad.  Als stad moeten we zo gericht en doordacht mogelijk investeren.  Eventuele tekorten in de gemeentelijke begroting dichten we niet door extra belastingen of door het verhogen van retributies. Er moet eerst onderzocht worden waar de stad zelf bijkomend kan op besparen, zonder uiteraard aan de efficiënte dienstverlening, goede werking en continuïteit van de stad te raken. Verspilling en vertragingen moeten dan ook te allen tijde vermeden worden en we willen resoluut staan voor efficiëntie, duurzaamheid en maximale optimalisatie. 

Wij zetten in op een financieel duurzaam beheer van onze stad op zowel korte als lange termijn. De begroting van de stad moet dan ook vóór alles structureel sluitend en in evenwicht zijn.

Daarnaast willen we u als inwoner de nodige inspraak geven.  Ook willen we de nodige stimuli voorzien zodat verenigingen en onze lokale economie blijven groeien.

• Een verlaging van de gemeentebelastingen, voor alleenstaande ouders, waardoor zij meer ademruimtekrijgen.Door ervoor te zorgen dat de belastingdruk wordt verlaagd, wil Wervik een aantrekkelijke stad zijn en blijven om in te wonen, te ondernemen en te werken. Hoe minder we als stad uitgeven aan overbodige zaken of nutteloze prestigeprojecten zonder enige return voor de Wervikanen zelf, hoe meer ruimte er is voor een globale belastingverlaging.
• Een regelmatige, doorgedreven evaluatie van de verhouding tussen enerzijds de inningskosten en anderzijds de effectieve belastingopbrengsten van alle gemeentelijke belastingen en retributies. Die belastingen waarvan deze kosten-batenanalyse eerder negatief blijkt te zijn en dus per saldo te weinig opleveren, dienen te worden afgeschaft. “Pestbelastingen”, belastingen die niet meer actueel zijn of geen toepassing meer vinden dan wel belastingen die quasi niets opbrengen in verhouding tot de gespendeerde tijd, energie en kosten die de stad hiervoor moet ophoesten, wenst N-VA zonder meer af te schaffen.

     “ We beheren onze stad als een goede huisvader.”

• De invulling van de functie “subsidieambtenaar” voor de stadsdiensten als ook als begeleider voor de inwoners. Als goede huisvader is het aan het stadsbestuur om niet enkel subsidies te verlenen, maar ook om zelf alle mogelijkheden voor de externe financiering van projecten te bekijken. Nog al te vaak worden subsidiemogelijkheden echter niet benut. We vermijden om bepaalde projecten op te zetten, louter en alleen om subsidies binnen te halen.  Een beroep doen op subsidies vereist vaak heel wat administratie. Bovendien zijn veel subsidieoproepen veelal een ingewikkeld kluwen. Om de kans op het binnenhalen van externe subsidies voor onze stad te maximaliseren, zetten we een subsidieambtenaar in. Zijn taak bestaat erin om voor alle projecten die we als bestuur willen realiseren, de subsidiemogelijkheden in kaart te brengen en een subsidiedossier op te stellen. Wij zijn ervan overtuigd dat de inzet van deze subsidieambtenaar onze stad meer zal opbrengen dan hij zal kosten en dus een win-winsituatie zal zijn.
• Een verdere digitalisering van de stadsdiensten. Door deze digitalisering kan de burger zelf bepaalde documenten via het internet opvragen en downloaden. Er wordt geen retributie of kost meer in rekening gebracht, wat kadert binnen een financieel duurzaam beheer en betere dienstverlening door de stad.
• Een verderzetting  maar zeker ook verhoging van de controles op de toepassing en uitvoering van het leegstand- en tweede verblijvenreglement alsook effectieve inning van alle belastingen en onbetaalde retributies in het algemeen.

1. Leegstand en verloedering moeten binnen het bestaande kader daadwerkelijk worden aangepakt en voorkomen.N-VA wil dat leegstaande panden en winkelruimtes het liefst zo snel mogelijk opnieuw een invulling of bestemming krijgen. Het leegstandsreglement moet als wapen dienen om hiertegen op te treden.

Tijdens de voorbije legislatuur heeft N-VA hierop reeds hard ingezet door de verschuldigde belastingen effectief te innen en zo nodig - in geval van niet-betaling - over te gaan tot gedwongen uitvoering, zoals   bijvoorbeeld via beslaglegging.

• Regelmatige evaluatie van het retributiereglement en indien nodig aan passen.

“Een strikte opvolging en uitvoering van onbetaalde retributies en belastingen moet een continu aandachtspunt blijven.”

• Nagaan of leningen en verzekeringen niet kunnen worden gegroepeerd, door deze bijvoorbeeld samen met het zorgbedrijf of buurgemeenten aan te gaan, zodat we op die manier schaalvoordelen kunnen realiseren. Hetzelfde geldt voor eventuele groepsaankopen.
• We realiseren ook schaalvoordelen door in te zetten op samenwerking met andere gemeenten. Dat doen we niet enkel via transparantesamenwerkingsverbanden die een voordeelvoor de betrokken gemeenten zijn, maar ook door deelname aan specifieke groepsaankopen en in te tekenen op de die de Vlaamse overheid aanbiedt.
• Wat de beleggingen van de stad betreft, spreiden we het risico door beleggingen te diversifiëren en niet alles bij één speler onder te brengen (defensief beleggingsprofiel).

Een degelijke risicoanalyse vóór elke belegging is onontbeerlijk en te risicovolle beleggingen worden gemeden. Een gezonde vorm van financiële zekerheid en duurzaamheid krijgt voor ons voorrang op winstbejag en dubieuze speculatie.

• Ons stedelijk patrimonium wordt consequent onderhouden. Er dient een onderhoudsplan te worden opgemaakt. Een regelmatige controle en kleine opknapbeurten zorgen voor efficiënt onderhoud van het patrimonium. Rekening houdend met de gebruiksintensiteit wordt het basispatrimonium, zoals wegen en groenvoorzieningen, regelmatiger onderhouden. Tijdens de voorbije legislatuur hadden we reeds uitgebreid aandacht voor een deugdelijk energiebeheer en het voortdurend streven naar optimaal energieverbruik van gebouwen en wensen dit voort te zetten.
• Wij blijven hameren op een verderzetting van de reeds ingezette reorganisatie van bestaande gebouwen. Efficiëntie dient het codewoord te zijn en we willen geen verspilling van tijd, energiekosten en werkuren, zoals het vaak nodeloos heen en weer rijden door onze groendienst en technische diensten.
  
  Materialen dienen weliswaar gecentraliseerd te worden, maar er moet volgens ons terzelfdertijd meer worden uitgekeken naar opslagplaatsen en locaties voor het personeel ter plekke in Kruiseke en Geluwe.
  
  We streven ernaar dat verschillende verenigingen van één gebouw gebruik kunnen maken (m.a.w. niet voor iedere vereniging één gebouw).

“Als stad moeten we het goede voorbeeld geven door ook zelf voldoende in hernieuwbare energie voor de eigen gebouwen te investeren.”

• Daken van supermarkten of grote gebouwen bieden eventueel de mogelijkheid om ingericht te worden als park, sport- of parkeerterrein, of kunnen dienen voor energievoorziening door het plaatsen van zonnepanelen.
• Een duurzaamheids- en klimaatreflex (“toets”) als geïntegreerd onderdeel van het gemeentelijk beleid bij elk (stads)project maar evengoed bij de aanvraag van vergunningen door particulieren en ondernemingen. In dit verband werken we verder aan het energiezorgplan om zo ons patrimonium duurzamer te maken.
• We voeren als stad een energiezuinig en duurzaam aankoopbeleid.
• We brengen de energiebehoeften van onze gebouwen in kaart en maken een prioriteitenlijst op om dat energieverbruik stelselmatig naar omlaag te brengen. Het geld dat we op die manier uitsparen wordt telkens opnieuw geïnvesteerd in energiebesparende ingrepen, zoals bv. het plaatsen van zonnepanelen op de daken van onze openbare gebouwen of het investeren in een groener stedelijk wagenpark.
• Er is nood aan de verdere uitwerking van het masterplan openbare verlichting. We gaan voluit voor de vervanging van verouderde armaturen met groot verbruik door nieuwe armaturen (LED) met beduidend minder verbruik en op termijn overwegen we de omslag naar dimbare, tijdgestuurde en intelligente LED-verlichting (bv. “slimme verlichting” aan de Leieboorden en langs onze landbouwwegen met beperkt verkeer die oplicht naargelang er beweging is).

We maken een investeringsplan op om deze gefaseerde omschakeling lopende de legislatuur effectief te kunnen ontplooien. Op die manier verminderen we het energieverbruik, wat meteen tot gevolg heeft dat de energiefactuur daalt (waardoor ruimte vrijkomt voor relevante investeringen) en onze stad duidelijk voor minder lichtvervuiling kiest. Tegelijkertijd hebben we blijvend aandacht voor de veiligheid op (gevaarlijke) kruispunten en de scholen en verhogen dan ook de zichtbaarheid op die plaatsen.

“ We pakken op slimme manier lichtvervuiling aan zonder in te boeten aan de veiligheid.”

• Wat betreft het responsabilisering en de financiering van verenigingen, zoals bijvoorbeeld de sportploegen wordt alle elektriciteitsverbruik momenteel integraal door de stad gedragen.

1. Het is ons voorstel om in de toekomst een bepaald energiebudget - berekend op basis van het gemiddeld verbruik van de laatste jaren - aan de vereniging ter beschikking te stellen waarmee zij zélf deze energiekosten kunnen betalen. Hiermee worden verenigingen meer op hun eigen verantwoordelijkheid gewezen en worden zij “geprikkeld” om efficiënt(er) met (publieke) middelen om te springen en niet al te buitensporig publiek geld uit te geven. We voorzien een effectieve incentive voor verenigingen die binnen het budget blijven, vermits zij bij overschot een bepaald gedeelte van het voorziene budget mogen behouden en zelf vrij mogen investeren met het oog op een verdere optimalisatie van hun algemene werking. Uiteraard dient dit vóór invoering het voorwerp van een uitgebreide en constructieve dialoog met de verenigingen uit te maken.

• Bij positieve evaluatie van de ondergrondse glasbol moeten we onderzoeken of we op termijn alle glasbollen en zelfs de huisvuilophaling niet volledig ondergronds kunnen organiseren. We hebben daarbij onder andere oog voor het kostenplaatje en plannen zorgvuldig de mogelijke locaties van deze ondergrondse glasbollen in. Bij de toekomstige (her)aanleg van straten moet steevast rekening gehouden worden met de implementatie van de ondergrondse glasbollen.
• We houden een actieve handhaving rond sluikstorten, met een strenge en daadwerkelijke aanpak van de overtreders. We overwegen de inzet van mobiele of vaste camera’s tegen sluikstorten op probleemplaatsen, zoals bij glascontainers.
• We pakken zwerfvuil blijvend aan en lanceren drie à vier keer per jaar een “grote schoonmaak”, waarbij MIROM met de hulp van vrijwilligers, zoals bijvoorbeeld jeugdverenigingen, zwerfvuil in grote delen van Wervik, Geluwe, Kruiseke en Ter Hand aanpakken. Zo kan de stad alle materiaal ter beschikking stellen en kan zij bepaalde fondsen vrijmaken om bijvoorbeeld aan de jeugdbewegingen een billijke vergoeding te betalen per schoongemaakte kilometer (waardoor jeugdbewegingen bijdragen tot een nettere buurt, terwijl zij zelf een beetje bijverdienen).

“Een nette en propere stad, zorgt ervoor dat we ons veilig en goed voelen.”

Voor ons moet er vanuit de stad blijvende materiële en logistieke steun aan “Proper Wervik” worden verstrekt. Het is vanzelfsprekend dat wij dit bewonderenswaardig initiatief ten volle steunen.  We overwegen tevens om als stad eventueel financiële stimuli voor deze vrijwilligers in te voeren.

• Het stedelijk gebouwen- en wagenpark moet ecologisch(er) beheerd worden
• We onderzoeken of het haalbaar zou zijn om buiten de werkuren het stedelijk wagenpark ter beschikking stellen voor autodelen.
• Waar mogelijk ijveren we voor autoluwe omgevingen. Waar het kan, moeten we er nog meer naar streven om schoolomgevingen autovrij of autoluw te maken bij het begin en het einde van een schooldag. Het is de taak van de stad om leerlingen, scholen en ouders goed te sensibiliseren over het fietsgebruik van en naar school.
• We voeren een concreet fietsbeleid, met blijvende investeringen in fietspaden, trage verbindingswegen en infrastructuur zoals fietsbergingen, oplaadpunten voor elektrische fietsen,… en stimuleren verder het woon-werkverkeer per fiets.
• Extra laadpalen voor elektrische voertuigen én fietsen en we gaan voluit voor de vergroening van het gemeentelijk wagenpark. Laadpalen voor elektrische auto’s zouden standaard deel moeten uitmaken van grote nieuwbouwprojecten of bij de herinrichting van de openbare ruimte.
• We kiezen voor meervoudig ruimtegebruik en het delen van de ruimte. Zo kunnen bedrijfsparkings en sportzalen van scholen na de gewone gebruiksuren na overleg worden opengesteld voor publiek gebruik. De stad kan de dialoog opstarten met onze bedrijven om hen ervan te overtuigen om hun parking bijvoorbeeld ter beschikking te stellen als vrachtwagenparking.
• We zorgen ervoor dat niet langer in overstromingsgevoelige zones en natuurverbindingen wordt gebouwd.
• We treden in dialoog met onze landbouwers om een waterbeleid uit te werken, zodat we langere periodes van (extreme) droogte beter de baas zouden kunnen. We werken een hemelwaterplan uit om te zien hoe we het water kunnen verwerken, dat afkomstig is van bestaande en geplande wegenis, woningen en (on)verharde oppervlakten.

“We hebben voldoende aandacht voor de verhouding groen, verharding, opvang hemelwater, teneinde ons beter te wapenen voor de gevolgen van extreme weersomstandigheden.”

• We nemen maatregelen om ook bestaande huizen, bedrijfsgebouwen en wegen te betrekken in een goede hemelwaterhuishouding. We voorzien subsidies en sensibilisering voor waterbuffering: een premie voor groendaken, hemelwaterputten met aantoonbaar hergebruik en infiltratiebekkens of -putten voor bestaande huizen en bedrijfsgebouwen. We zorgen ervoor dat regenwater ook effectief hergebruikt wordt.
• We bestrijden een teveel aan reclamedrukwerk: we bieden ‘geen-reclame-stickers’ aan en overwegen een belasting op reclamebladen die huis-aan-huis worden verdeeld.
• Nieuwe ontwikkelingen, zoals “Smart City”, worden actiever onderzocht en onder meer meegenomen bij de uitwerking van (grote) projecten. Naar ons aanvoelen mag Wervik zich voor dergelijke innovatie gerust wat meer openstellen. Een concreet voorbeeld hiervan is het verstoppen van sensoren in o.a. vuilnisbakken, waterleidingen, parkeerplaatsen… teneinde specifieke noden concreter en sneller in kaart te kunnen brengen (bv. preciezere vaststelling wanneer vuilnisbakken op het openbaar domein dienen te worden geledigd).

“Als stad moeten we steeds moderniseren en vereenvoudigen.”

Wervik moet zich tot een modernere “Smart City” ontwikkelen, waarbij de stad meer en meer zelf op digitale wijze de regie zou voeren op onder meer mobiliteit, parkeren en vooral energie. In samenwerking met private partners die voor de uitrol, begeleiding en ondersteuning zorgen, gaan we op zoek naar maatregelen en initiatieven die een slimme energiebesparing op stedelijke locaties kunnen bewerkstelligen. Zo kunnen er op een slimme, digitale manier data over onder meer het energieverbruik binnen de stadsgebouwen worden verzameld en kunnen we vervolgens met deze verzamelde data aan de slag om energie te besparen en een meer ecologische stad te worden. In de belangrijke gebouwen kunnen er bijvoorbeeld sensoren worden geplaatst die de parameters voor energie zoals elektriciteits-, gas- en waterverbruik meten en kunnen via slimme ingrijpen sturende maatregelen worden genomen. Door het continu monitoren en analyseren van de belangrijkste energie- en klimaatparameters, zouden we een beter en sneller inzicht in mogelijke fouten, de oorzaken ervan en de verbruikskosten kunnen bekomen. Er bestaan zelfs toepassingen die het mogelijk maken om problemen te voorspellen en preventief onderhoud in te plannen. We onderzoeken eerst de haalbaarheid van dit initiatief en starten eventueel met een proefproject. In dit verband kunnen we eventueel ook denken aan eigen meetpunten waar de luchtkwaliteit wordt gemonitord, zoals recent in Kortrijk werd gelanceerd.

1. We onderzoeken of burgers bepaalde reserveringen niet via digitale weg kunnen vastleggen. Het zou voor burgers mogelijk moeten zijn om de beschikbaarheden van zalen zelf te kunnen nagaan, een optie te nemen op een zaal enzovoort.
2. De publieke website van de stad moet klantvriendelijker.  De website moeten we verder moderniseren en vereenvoudigen. We zijn er ons van bewust dat er - ondanks de aanzienlijke inspanningen die we reeds hebben geleverd - nog steeds ruimte voor verbetering is om de stadswebsite beter toegankelijk te maken voor mensen met een beperkt zicht en stellen voorop om hieraan daadwerkelijk te remediëren. Eveneens zou er op de stadswebsite een aparte pagina of rubriek “vaak gestelde vragen” (faq) moeten komen.
3. N-VA wil in ieder geval dat de stad verantwoordelijk omgaat met digitalisering door steeds doordacht de afweging tussen efficiëntie, betrouwbaarheid en veiligheid te maken. Digitalisering en technologie staan ten dienste van de burger en de onderneming en zijn voor ons geen doel op zich.

• Transparantie en communicatie dragen we hoog in het vaandel: de communicatie moet niet alleen duidelijker en begrijpelijker zijn, maar moet ook nog meer uitleggen welke concrete gevolgen en impact bepaalde genomen maatregelen voor de burgers zélf zullen hebben. Daarnaast menen wij ook dat er op vandaag onvoldoende wisselwerking is tussen de publicatie en mededelingen op de sociale media van de stad en haar website.
• We denken na over de toekomst van onze parochiekerken en we werken aan een - zo breed mogelijk - gedragen kerkenbeleidsplan, waarbij we alle stakeholders (in het bijzonder de kerkbesturen én het volledig gemeentebestuur) betrekken.

“We moeten nadenken over de toekomst van de kerken.”

In dit kerkenbeleidsplan leggen we alle mogelijke toekomstscenario’s voor onze kerken vast. Het uitgangspunt hierbij moet zijn dat we een en ander leefbaar houden voor zowel mensen die hun geloof willen belijden als gebruikers van de kerken.

Van zodra een nevenbestemming voor de kerk aan de orde zou zijn, opteren wij ervoor om in eerste instantie in te zetten op het dubbel gebruik van de kerken. Dit betekent dat we de kerkactiviteiten effectief zouden behouden en dat er nog steeds kerkdiensten kunnen plaatsvinden, maar dat we daarnaast ook een soort van “complementair” gebruik van de kerk voorzien. Dit complementair gebruik kan bijvoorbeeld bestaan uit tijdelijke tentoonstellingen, klassieke concerten e.d.m. die in de kerk plaatsvinden en die steeds gebeuren met respect voor de historiek en de symboolwaarde van de betrokken kerk.

Bij deze nevenbestemming en/of - in geval een verderzetting in de betrokken kerk niet meer haalbaar c.q. mogelijk mocht zijn - herbestemming van kerkgebouwen hebben we eveneens oog voor eventuele  lokale, maatschappelijke behoeften (bv. kinderopvang, bibliotheek, scholen) en respecteren we de cultureel-historische erfgoedwaarde van de gebouwen.

• Aanleg van omnisportveldjes, verspreid op verschillende plaatsen in de stad.

1. Dit zijn ontmoetingsplaatsen in openlucht voor jongeren, scholen, sportclubs en de jeugdverenigingen en kunnen tegemoetkomen aan de specifieke sport-, speel- en ontmoetingsnoden van onze jeugd. Hiermee willen we investeren in toegankelijke sportbeleving voor iedereen, ook voor sporters die niet bij een sportclub zijn aangesloten.
2. Deze omnisportveldjes moeten voor ons in ieder geval een neutraal karakter hebben, zodat ze geen overlast voor de bewoonde omgeving bezorgen en geen hangjongeren kunnen aantrekken (bv. door geen verlichting te voorzien ’s avonds laat en ’s nachts). Tevens moet er aandacht besteed worden aan een voldoende geluidsdemping (bv. door een ondergrond in kunststof met een rubbercoating) en het gebruik van graffiti- en vandalismebestendige duurzame materialen.

• We maken onze speelpleinen toegankelijk(er) voor kinderen met een beperking. We blijven inzetten op het verfraaien van speelpleinen en hebben daarbij ook (meer) aandacht voor de toegankelijkheid ervan voor kinderen met een beperking
• Inspraak van de jeugd in het beleid en de werking van onze stad vinden wij belangrijk en moet – waar mogelijk – worden versterkt. Er moet bijvoorbeeld een aanspreekpunt op de facebookpagina van de jeugdraad of via een ander digitaal platform komen, waar ouders met specifieke vragen (eventueel via chat) terecht kunnen.

“Luisteren naar de noden van de jeugd en hen kansen bieden.”

• Verder stimuleren we onze jongeren om actief deel te nemen aan het beleid in onze stad. Met de organisatie van jongerenparticipatiemomenten, concreet door bijvoorbeeld meermaals per jaar een “jeugdgemeenteraad” te organiseren, wakkeren we het burgerschap en de verantwoordelijkheid van onze jeugd aan. Wij geven hen de kans om concrete voorstellen te doen voor hun buurt, wijk, de jeugdhuizen of de werking en het beleid van de stad in het algemeen.
• Kwaliteitsvolle speelpleinwerking en sportkampen moeten een evidentie vormen. Om nog meer kinderen te bereiken, kan volgens ons een mobiele speelpleinwerking worden ingericht. Deze mobiele speelpleinwerking kan periodiek op verschillende locaties in Wervik, Geluwe en Kruiseke (bv. telkens in een andere wijk) worden georganiseerd.
• Daarnaast zijn wij van mening dat de dagvergoedingen voor de monitoren dienen te worden verhoogd.
• We scheppen kansen voor onze jonge creatieve en innovatieve geesten door hen samen te brengen in lokale startupateliers. Samen met vrienden krijgen jongeren zo een proeftuin om hun concept uit te werken tot een minionderneming. In samenspraak met de jeugd het faciliteren en ondersteunen van een specifieke nieuwjaarsactiviteit voor onze jeugd.
• Het Zorgbedrijf moet na verloop van tijd zelfbedruipend worden. We gaan erop toezien dat de dotatie voor het Zorgbedrijf in de toekomst degressief wordt.
• Het lokale gezondheidsbeleid mag niet verspreid zitten over verschillende ambtenaren, maar moet worden toegewezen aan één ambtenaar voor het lokale gezondheidsbeleid.
• Invoering van een specifieke parkeerkaart voor zorgverstrekkers.

1. Een mogelijke piste in dit verband kan eruit bestaan om de bestaande parkeerplaatsen (in functie van de noden eventueel nog uit te breiden) open te stellen voor zorgverstrekkers. We onderzoeken of hiervoor desgevallend een speciaal verkeersbord kan worden ingevoerd.

• Er moet voldoende aandacht zijn voor het stoppen met roken binnen het lokale gezondheidsbeleid.

1. We willen een ambitieuze stadscampagne op touw zetten waarbij we inwoners en personeelsleden motiveren om te stoppen met roken. Een concreet initiatief kan er bijvoorbeeld uit bestaan dat, onder begeleiding van een tabakologe, rokers middels groepssessies worden aangemoedigd om te stoppen met roken.

“Het is voor ons onbetwistbaar dat er in onze stad proactief en handhavend moet worden opgetreden tegen dierenleed en dierenmishandeling.”

• Het welzijn van huis- en weidedieren moet maximaal worden gevrijwaard door een goed politiereglement.

1. We voorzien de passende administratieve sancties (GAS) en een snelle tussenkomst bij overtredingen.
2. Omdat wij dierenwelzijn echt belangrijk vinden, moet in het huidige politiereglement een aparte afdeling m.b.t. dierenwelzijn worden opgenomen, zodat op die manier bijzondere aandacht aan het welzijn van alle dieren in onze stad wordt besteed.
3. Als het van ons afhangt, moet iedereen die zijn of haar dier niet de gepaste beschutting of verzorging biedt dan wel onvoldoende water of voedsel geeft, voortaan meer kans maken om een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS) te worden opgelegd. Een effectieve en kordate vervolging door de GAS-ambtenaar staat voor ons in elk geval centraal.

• We ondersteunen vrijwilligers en jeugdverenigingen dan ook maximaal door het er beschikking stellen van infrastructuur (lokalen, opslagplaatsen, …) en logistieke steun (spelmateriaal, tenten, vervoer, …) en hen opleiding en informatie te geven over het verantwoordelijk begeleiden en coachen van jongeren.
• Toekennen van renteloze leningen aan verenigingen
  We bekijken of het toekennen van renteloze leningen aan verenigingen een alternatief kan zijn voor het subsidiëren ervan. Een reden die vaak voor het geven van investeringssubsidies wordt aangehaald, is dat verenigingen niet of moeilijk kredieten krijgen bij de banken. Dat probleem wordt met het verschaffen van renteloze leningen al grotendeels opgevangen, terwijl het stadsbestuur op termijn het toegekende geld integraal terugkrijgt. Verenigingen moeten op deze manier ook geloven in hun eigen project.
  Het toekennen van renteloze leningen betekent natuurlijk niet dat de vereniging een “blanco cheque” wordt toegeschoven, zodat duidelijke en concrete afspraken tussen het stadsbestuur en de vereniging in kwestie uiterst belangrijk zijn. Wij willen hier alvast aandachtig op toezien. De afbetalingstermijn voor deze leningen kan bijvoorbeeld 5 jaar bedragen en verenigingen moeten bij de aanvraag ervan duidelijk het beoogde doel van de lening aangeven.
• We benadrukken de ontdubbeling van Ter Linde (dat uitsluitend voor het sportgebeuren zal openstaan).
• Zwembad Ter Leie: tijdens de voorbije legislatuur werd reeds een prijsdifferentiatie tussen bewoners en niet-bewoners doorgevoerd. Wij blijven voorstanders van deze prijsdifferentiatie in het voordeel van de Wervikanen.
  De beslissing dat het nieuwe zwembad er zal komen, werd reeds in de loop van de voorbije legislatuur genomen. Wij zijn van mening dat het zwembad op dezelfde actuele locatie moet blijven en de bouw van het nieuwe zwembad moet eveneens in het “Masterplan Oosthove” worden opgenomen.
• We moedigen jongeren aan om actief deel te nemen aan buitenschoolse activiteiten. In het bijzonder voor jonge nieuwkomers vormen dergelijke initiatieven een uitstekende ontmoetingsplaats om sterke sociale contacten op te bouwen, onze taal te leren en onze samenleving te leren kennen.

Vlaamse identiteit en Vlaamse stad

Van onze stad een gemeenschap maken is voor N-VA Wervik-Geluwe de echte uitdaging.  Het belang van het sociale aspect met de participatie van buren, verenigingen, vrijwilligers kan niet onderschat worden.  Samenhorigheid zorgt voor gelukkigere en gezonde bewoners, voor de nodige sociale controle en zet dingen in beweging.  We verliezen hierbij onze Vlaamse eigenheid en identiteit niet uit het oog.  Onze Nederlandse taal is een opstap naar integratie, werkgelegenheid en welvaart.

• Wij blijven bijzondere aandacht hebben voor onze senioren en mindervaliden.

1. Zo moet de toegankelijkheid overal maximaal worden nagestreefd, dit niet alleen voor wat betreft huizen van het OCMW en de toegang tot het stadhuis, maar ook voor voetpaden in de stads- en dorpskernen, toegang tot handelszaken enzovoort.

• Blijvende aandacht voor isolement en vereenzaming is heel belangrijk
  Het moet de primaire betrachting zijn om ouderen  zo lang mogelijk thuis te houden (vermits zij heel vaak ook zélf langer thuis willen blijven), maar we verliezen daarbij niet uit het oog dat we onze ouderen maximaal uit hun isolement halen en hun zelfredzaamheid trachten te verhogen.

1. Zo kan één van de concrete maatregelen vanuit de stad - al dan niet i.s.m. het OCMW - er bijvoorbeeld uit bestaan te voorzien in de mogelijkheid voor ouderen en andersvaliden om online, telefonisch en/of via Smart City boeken, tijdschriften, cd’s en DVD’s uit een voldoende ruime selectie van de bibliotheek te kunnen bestellen, waarna dit bij hen thuis wordt afgeleverd.

“Hierdoor zouden ouderen niet alleen bijkomend sociaal contact ervaren, maar op die manier creëren we tevens een (bijkomende) vorm van sociale controle.” 

Aan dit project kan volgens ons eventueel zelfs een tewerkstellingsproject worden gekoppeld, bijvoorbeeld in de vorm van het activeren van oudere werklozen in onze stad.

• Armoede pakken we structureel aan.

1. We doen dit onder andere door kansarmen en sociaal zwakkeren naar een job te begeleiden.
2. Activering van OCMW-cliënten moet hét uitgangspunt vormen en hiervoor is een belangrijke rol voor het OCMW zelf weggelegd. We merken dat de bestaande kansarmoedebegeleiding door het OCMW nog onvoldoende gekend is onder de bewoners, zodat de stad moet streven naar een hogere kenbaarheid van de beschikbare begeleiding door het OCMW.
3. De (gezonde) maaltijden voor kansarme kinderen en hun (groot)ouders uit de lagere school, moet voor ons worden opengetrokken tot kinderen t.e.m. het eerste jaar secundair onderwijs en we werken bij voorkeur niet langer volgens de leeftijd van de kinderen, maar volgens de klas waarin de kinderen zitten (kinderen zitten immers niet altijd op de “juiste leeftijd” in een klas). 

“We begeleiden, responsabiliseren en activeren.”

1. Het verkrijgen van een leefloon mag geen evidentie zijn en er dient maximale aandacht aan werkbereidheid te worden besteed. We maken volop gebruik van de gewijzigde wet voor het recht op maatschappelijke integratie (RMI). Met het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) koppelen we concrete en afdwingbare voorwaarden aan de toekenning van een leefloon aan nieuwkomers. Elke leefloonbegunstigde ondertekent een contract met het OCMW op maat van zijn of haar behoeften. In het contract staan duidelijke afspraken met het oog op de sociale en professionele integratie (bv. gemeenschapsdienst, drugsbegeleiding, taalcursus Nederlands om dichter tot de arbeidsmarkt te komen We koppelen de nodige sancties aan de niet-naleving van deze afspraken. ).
2. Concrete maatregelen om gezinnen in armoede te helpen, zijn onder meer het organiseren van een “tweedehandsmarkt” bij de inschrijving in een sportvereniging - in samenwerking met de verenigingen zelf en de ouders - waarbij de kinderen sportkledij tegen goedkopere prijzen kunnen aankopen.

• Wervik is en blijft een Vlaamse stad,

1. We zetten actief in op het voeren van een taalbeleid en op de lokale promotie van het Nederlands.
2. Anderstaligen die in onze stad komen wonen, moeten worden aangespoord om zo snel mogelijk onze taal te leren (= eerste belangrijke sleutel tot integratie).We zien toe op een strikte toepassing van de Nederlandse taal in het stadhuis. Onze stadsdiensten mogen niet te snel overschakelen op andere talen, daar wij van anderstaligen in onze stad eveneens een inspanning verwachten dat zij zich ten volle inzetten om Nederlands te leren én te gebruiken.

“Taal is een poort naar integratie, studie, werk en welvaart.”

1. Het wegwerken en/of voorkomen van de taalachterstand Nederlands bij anderstalige kinderen is prioritair. We willen dit bereiken door projecten te organiseren, zowel binnen als buiten schoolverband, zoals de verderzetting van de reeds bestaande taalbaden Nederlands maar ook door zomerscholen tijdens de grote vakantie.
2. Het onmiskenbare succes van het Taalcafé, dat er op ons initiatief is gekomen, moet voor ons blijvend worden doorgetrokken naar kinderen, dit via taalprojecten in de vorm van speelse taalbaden voor anderstalige kinderen en jongeren tussen bijvoorbeeld 6 en 18 jaar die thuis weinig of geen Nederlands spreken. Een goede taalbeheersing vormt de poort naar integratie, werk en welvaart.
3. Vluchtelingen of immigranten met een geldig verblijfsrecht moeten er bij hun eerste contacten met de stad en het OCMW, door middel van o.a. een duidelijke onthaalbrochure, op gewezen worden dat tegenover rechten ook duidelijke plichten staan. Anderstalige nieuwkomers moeten zo snel mogelijk integreren, Nederlands leren en aan de samenleving participeren. Wij stimuleren dit verder, onder andere via reeds genomen initiatieven zoals het “Taalcafé” (= de taalcursussen in de Kier) die immers een groot succes blijken te zijn.
4. Kinderen van anderstalige nieuwkomers worden maximaal aangespoord om lid te worden van één of meerdere plaatselijke verenigingen.
5. Asielzoekers moeten zoveel als mogelijk worden gespreid over het grondgebied van onze stad, vermits dit volgens ons de integratie en inburgering bevordert.
6. De inspanning van onze stad om asielzoekers op te vangen moet zich beperken tot het wettelijk minimum aantal asielzoekers.

“Dé sleutel naar een succesvolle integratie ligt naast het toekennen van rechten evengoed in de scherpe afbakening van de plichten die nieuwkomers ten opzichte van hun nieuwe leefomgeving hebben”.

1. Voorts ijveren we voor de invoering van een lokaal retributierecht voor de aflevering, verlenging, vervanging of hernieuwing van verblijfskaarten. Dit zou betekenen dat vreemdelingen voortaan een eigen bijdrage bij de aanvraag van een verblijfskaart zouden betalen. Wij vinden dit als N-VA niet meer dan logisch en fair: alle inwoners betalen immers voor de aflevering van hun identiteitskaarten of internationale reispaspoorten, zodat het niet meer dan eerlijk en logisch is dat van nieuwkomers dezelfde (bescheiden) inspanning wordt gevraagd.

• We hameren op waarden, normen, tradities en respect die de ruggengraat van een samenleving vormen.. In Wervik, Geluwe en Kruiseke is er absoluut geen plaats voor haat, geweld, criminaliteit, radicalisering of extremisme van welke aard dan ook. De stad en vooral het OCMW dient hierin een meer dan (pro)actieve rol te spelen.
  Er dient een stedelijk meldpunt voor extremisme te komen.
  Als lokaal bestuur moeten we actief onze regierol opnemen in het beheersen van (vooral illegale) immigratiestromen. In die zin ondersteunen we de federale overheid in het uitvoeren van bevelen om het grondgebied te verlaten. Een effectief terugkeerbeleid vormt het sluitstuk van een actief migratiebeleid. Een belangrijk, lokaal instrument in deze strijd tegen illegaliteit is de identiteitsfraude die we maximaal tegengaan.
• De huiswerkbegeleiding, die wij tijdens de vorige legislatuur hebben uitgerold, moet zeker en vast behouden blijven én zelfs worden uitgebreid. We proberen een nauwe samenwerking tussen de scholen en huiswerkbegeleiding op te starten, zodat er vlotter op de noden van het kind kan worden ingespeeld.

• In het goedgekeurd winkelplan van de stad werd reeds aangegeven dat verder zou worden onderzocht en eventueel concreet zou worden uitgewerkt om een starterswinkel in het stadscentrum in te plannen. De starterswinkel die wordt voorzien in het nieuwbouwappartement op de Steenakker dient voor ons zeker niet bij een eenmalig initiatief te blijven en er moet hiervoor voldoende budget worden uitgetrokken om in de toekomst – in geval van positieve evaluatie – meer van deze starterswinkels te voorzien, dit zowel in bestaande (al dan niet te renoveren) panden als in nieuwbouwprojecten zoals op de Steenakker.
• We moeten onderzoeken of de stad accommodatie kan ter beschikking stellen aan privé-initiatieven die de sociale cohesie tussen onze burgers bevorderen, teneinde op die manier dergelijke (succesvolle) initiatieven - zoals bijvoorbeeld de Woensdagmarkt in Het Kapittel - te ondersteunen en te stimuleren.

“Verenigingen en lokale handelaars zijn de basis van een welvarende gemeente.”

• Leegstand en verloedering van panden moeten binnen het bestaande kader daadwerkelijk worden aangepakt en voorkomen. N-VA wil dat leegstaande panden en winkelruimtes het liefst zo snel mogelijk opnieuw een invulling of bestemming krijgen. Het leegstandsreglement moet als wapen dienen om hiertegen op te treden.
• Het voorzien van Shop & Go parkeerplaatsen zijn een succes en moeten waar nodig verder worden uitgebreid.
• We sporen handelaars aan om zo weinig mogelijk plastieken verpakkingen te gebruiken.
• We onderzoeken de mogelijkheid of er samen met de lokale handelaars een app kan worden gecreëerd, waarbij onze inwoners bij verschillende handelaars online een bestelling kunnen plaatsen. Daarbij gaan we na of dit kan worden gerealiseerd middels een systeem van “collect & go” en/of thuislevering.

1. Vooral ouderen of personen met een beperking die zich moeilijk kunnen verplaatsen, gaan we na welke initiatieven de stad (en het OCMW) kan nemen om de boodschappen van deze mensen aan huis te leveren, teneinde op die manier hun zelfredzaamheid te verhogen.

• We ijveren voor een lokale “boerenmarkt” en/of periodieke streekmarkten. Hiermee zetten we in op de promotie van onze stads- en streekidentiteit waarbij onze lokale landbouwers hun verse producten rechtstreeks aan de man kunnen brengen tegen een eerlijke prijs en dragen hiermee ons steentje bij aan de “korte voedselketen”.

1. Volgens ons kan er op de vrijdagmarkt ruimte zijn voor een lokale “boerenmarkt” en/of een periodieke “streekmarkten”, in overleg en samenwerking met onze lokale land- en tuinbouwers. Streek- en boerenmarkten dragen bij tot de promotie van onze stads- en streekidentiteit als toeristisch product en zetten bovendien in op een korte en duurzame voedselketen waarbij onze lokale landbouwers hun verse producten rechtstreeks aan de man kunnen brengen. Het doel is om korte voedselketens te ontwikkelen en de smaak van onze streek terug te vinden.
2. Het doel is om korte voedselketens te ontwikkelen en de smaak van onze streek terug te vinden. Op die manier dragen we ook ons steentje bij in de klimaatverandering en worden de banden tussen de producent en de consument aangehaald. Omdat de organisatie een beroep doet op lokale boeren is de gemiddelde afstand die de producten afleggen erg laag, waardoor dit project een erg lage ecologische voetafdruk zou hebben. Bovendien ontvangen onze boeren een eerlijke prijs voor hun (h)eerlijke producten.

• Verlaging van de marktgelden, zodat de wekelijkse markt haar functie als gezellige ontmoetingsplaats tussen en voor mensen ten volle kan vervullen. N-VA aanziet de markt als een volks gebeuren.
• Om de uitstraling van onze horeca te verhogen, werkt de stad een uniform en duidelijk terrassenbeleid uit, waaraan bepaalde subsidies kunnen worden gekoppeld. Hiervoor investeert de stad in een kwaliteitsvolle publieke ruimte, in het bijzonder voor markten en pleinen, met duidelijk afgebakende terraszones. Tot slot stimuleert het stadsbestuur terzelfdertijd de horeca-uitbaters maximaal om te investeren in een uniforme terrasinfrastructuur.
• Ons bestaand premiebeleid voor lokale handelaars en landbouwers handhaven we en indien nodig stimuleren we dit verder.
• We proberen bepaalde incentives te creëren om onbenutte bedrijfsgronden effectief te activeren.
• We stimuleren de kringloopeconomie en onderzoeken of er een kringloopwinkel op ons grondgebied kan komen.

• We onderzoeken of er mogelijkheid bestaat om straatnamen en panden een verwijzing te geven naar hun historische naam of achtergrond.
• We moeten ernaar streven om verschillende - zowel korte als lange - eigen fiets- en wandelroutes over het volledige grondgebied uit te stippelen met aandacht voor ons volledig rijke historische verleden, gaande van de Romeinse tijd, over de middeleeuwen en WO I tot ons tabaksverleden. 

1. Om deze te troef te ondersteunen, kunnen we ervoor zorgen dat er langs deze routes voldoende informatieborden komen die toeristen en inwoners interessante informatie m.b.t. de geschiedenis en de achtergrond van de plekken in kwestie kunnen verstrekken. 
2. Ook moeten we vooropstellen om degelijke informatiebrochures, verkrijgbaar op verschillende plaatsen waaronder het stadhuis, het tabaksmuseum en online, ter beschikking te stellen. Bij het uitstippelen van deze routes moeten we voldoende aandacht hebben voor de plaatselijke horeca, hotel- en B&B-uitbaters en dit in nauw overleg met hen uitstippelen. Daarnaast moeten we onderzoeken of er langs deze fiets- en wandelroutes geen picknick- en rustplaatsen kunnen worden voorzien (waarbij we uiteraard de netheid en leefbaarheid niet uit het oog mogen verliezen).

• We willen het fietstoerisme in Wervik, Geluwe en Kruiseke versterken door in te zetten op fietsverhuur. Zo kan onderzocht worden of de stad bijvoorbeeld in Geluwe, Kruiseke en op de Vrijdagmarkt fietsverhuurpunten kan voorzien. Er moet sterker ingezet worden op dag- en verblijfstoerisme, aangezien het landelijk karakter van Wervik, in combinatie met de Balokken, de Leie en ons historisch verleden, zeker en vast troeven van onze stad zijn. De verhuur van fietsen kan het aantrekken van toerisme een boost geven.

“ Onze toeristische en recreatieve troeven moeten we meer in de verf zetten”

• Om de aantrekkelijkheid van deze fiets- en wandelroutes langs onze landelijke wegen te verhogen, kan de stad ervoor opteren om subsidies te verstrekken voor de aanplanting van hoog- of laagstammige fruitbomen langs het parcours van deze routes.  Op deze manier bevorderen we eveneens de bijenactiviteit, waardoor de leefomstandigheden van de bijen wordt verbeterd en we een meer bijenvriendelijke gemeente worden.

1. We moeten blijvend werk maken van de aanpak van onze landbouwwegen, hetgeen trouwens ook meteen ons fietstoerisme ten goede zal komen. We blijven daarom het budget van 250.000,00 EUR per jaar aanhouden.

• Logiesuitbaters worden systematisch op de hoogte gehouden van alle mogelijke subsidieoproepen en vormingen, en ontvangen ook informatie over evenementen en geplande openbare werken. Onze stad moet volgens ons inzetten op periodiek overleg met de lokale toeristische sector om concrete knelpunten en opportuniteiten snel(ler) te detecteren.
• We maken werk van de effectieve renovatie van het Amerikaans Hospitaal (de “Lazaretten”).
• We moeten de huidige werking van het tabaksmuseum in vraag durven stellen. We willen nadenken over de toekomst van het tabaksmuseum: verder eindeloos investeren zonder een wending aan de actuele invulling en de werking van het museum te geven, is voor ons niet langer een optie.

1. Zo menen wij dat het tabaksmuseum zich meer dient te richten tot de algemene geschiedenis van Wervik en dus, naast het tabaksverleden, veel meer aandacht moet hebben voor Wervik tijdens de Romeinse tijd en tijdens de twee Wereldoorlogen, maar het museum kan ook een meer kindvriendelijke of wetenschappelijke invulling krijgen.

• Wat Oosthove betreft, moet het masterplan Oosthove m.b.t. de toekomst en de eventuele herbestemming van de site eerst en vooral concreet worden ingevuld.

1. Oosthove moet in de eerste plaats een groene long van onze stad blijven, waar recreatie, cultuur en beleving er hand in hand moeten gaan. N-VA Wervik-Geluwe kiest ervoor het domein om te vormen tot een gezinsvriendelijke, groene long in de stad door onder meer een aantrekkelijker groenbeleid, kindvriendelijk speeltuigenaanbod en parkmeubilair. Ook moet er oog zijn voor voldoende vergader- en kantoorruimtes. Parkeergelegenheid is hierbij ook een belangrijk aandachtspunt.
2. In het masterplan Oosthove moet extra aandacht besteed worden aan Oosthove als locatie voor fuiven en recreatie voor de jeugd alsook plaats waar feesten en evenementen van uiteenlopende aard kunnen worden georganiseerd.

• We onderzoeken waar er in de stad nog plaats is voor één of meerdere bijkomende losloopweide(n) voor honden (eventueel in Geluwe en/of Kruiseke).

 “Onze stad heeft alle troeven om  iedereen, jong en oud een warme thuis te geven.”

• Wat de bouw of inrichting van nieuwe sociale huurwoningen betreft, hebben we tijdens de voorbije legislatuur al op de rem gestaan om een tijdelijke stop te kunnen bewerkstelligen. Wij willen deze stop verder aanhouden. We blijven wel voorstander van sociale koopwoningen. Ook moet volgens ons worden nagegaan of bijvoorbeeld hoekhuizen niet kunnen worden opgedeeld in twee woonunits, zoals een appartement op de bovenverdieping en een woning op het gelijkvloers (voor een alleenstaande of andersvalide persoon).
• We zetten in op slimmer ruimtegebruik, kwaliteit en efficiëntie, waardoor we onze steden en dorpskernen versterken. Daarnaast hebben we oog voor nieuwe of alternatieve woonvormen, zoals co-housing.